• Hypotheek voor 57+


  • Voor huizenkopers die 57 jaar of ouder zijn, is het moeilijker om een hypotheek te krijgen dan voor jongere huizenkopers. De redenen hiervan zijn de grotere overlijdenskans en het lagere inkomen na pensionering. Wij willen aansluiten bij de algemene trend en gebruiken ook in dit hoofdstuk de informelere jij/jouw-vorm.

  • Zelfs starters onder 57-plussers

  • Opvallend genoeg zijn onder de 57-plussers ook starters te vinden. Mensen die hun leven lang gehuurd hebben, maar toch besluiten om de overstap te maken naar een koopwoning. Het zijn dan voornamelijk ouderen die ingaan op het aanbod van hun woningcorporatie om hun huurwoning over te kopen. Door de lage hypotheekrente is dat aantrekkelijk geworden. Er bestaan nogal wat misverstanden over het kopen van een huis als je gepensioneerd of bijna gepensioneerd bent. Met een stabiel inkomen kun je echter gewoon een hypotheek krijgen, zeker na de verkoop van je vorige huis, waarbij geen sprake is van te hoge resterende schulden en/of verplichtingen. Er dient aan de hypotheekregels te worden voldaan (lening versus inkomen en lening versus marktwaarde van de te kopen woning).

  • Verhuizen of verbouwen?

  • Ben jij 57-plusser en wil jij gaan verhuizen of verbouwen? Dan kunnen wij samen met jou bekijken wat in jouw geval de beste oplossing is. Jouw hypotheekaanvraag wordt door de bank in beginsel niet anders beoordeeld dan bij jongere personen. Ook rekent de bank geen extra kosten of gelden er geen strengere voorwaarden vanwege jouw leeftijd. De bank kijkt naar jouw huidige inkomsten en in veel gevallen ook naar jouw inkomen na pensionering. Na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd ga jij minder belasting betalen, waardoor jij ook minder renteaftrek hebt op jouw hypotheek. Bovendien heb jij tegen die tijd waarschijnlijk al een groot deel van jouw dertig jaar renteaftrek benut. Ook dat neemt de bank mee bij de beoordeling van jouw hypotheekaanvraag.

  • Een waarschuwing die wij jou willen geven is de situatie waarbij jij met overwaarde een goedkopere woning gaat kopen. Een nieuwe hypotheek is dan vaak niet nodig omdat de koopsom van de nieuwe woning lager is van de marktwaarde / geschatte verkoopwaarde van de huidige woning. De bestaande hypotheek zou dus (eventueel op verlaagd niveau) kunnen worden voortgezet op de nieuwe woning. Uiteraard dient in een dergelijke situatie via de notaris te zijner tijd wel een nieuwe hypothecaire inschrijving te worden gevestigd op de nieuwe woning. Vaak bestaat er als je bij dezelfde geldverstrekker blijft een (hypotheek)verhuisregeling, eventueel inclusief tijdelijk overbruggingskrediet. Dit dient uiteraard te worden gecheckt / nagevraagd. Ook omdat het regelen hiervan de nodige tijd vergt, raden wij jou aan vooral tijdig contact te zoeken met jouw Erkend Hypothecair Planner! In principe is immers in dit soort situaties een nieuw financieel advies nodig.

    • Wanneer jij en je partner een verschil hebben in AOW-leeftijd kun je te maken krijgen met een AOW-gat, ook wel tijdelijk tekort genoemd. Hierdoor is het soms moeilijker om een hypotheek te krijgen. Met de Tijdelijk Tekort regeling maakt NHG voor deze groep een verantwoorde hypotheek mogelijk.

    • Voor stellen die samen een hypotheek hebben;

    • Met een AOW-ingangsdatum die maximaal 10 jaar uit elkaar ligt;

    • Waarvan de oudste partner al AOW ontvangt of binnen 10 jaar krijgt;

    • Waarvan de jongste partner nog geen AOW ontvangt;

    • Met een hypotheek die gedeeltelijk aflosvrij is.

  • De meeste banken nemen het pensioeninkomen mee bij de beoordeling als de klant binnen 10 jaar met pensioen gaat. Als hij 57 jaar ¼ of ouder is bij de aanvraag van de hypotheek, is het pensioen van invloed op het al dan niet verstrekken van de hypotheek
    (verwachte pensioendatum 67 ¼ jaar -/- 57 jaar ¼ = 10 jaar). Is de klant jonger dan 57 ¼ jaar, dan speelt het pensioen géén rol (verwachte pensioendatum 67 ¼ jaar -/- 57 ¼ jaar = 10 jaar). Hierdoor kan het gebeuren dat een 56-jarige met een bruto inkomen van € 60.000,00 wel een hypotheek van € 275.000,00 kan afsluiten, maar een 58-jarige met hetzelfde inkomen niet. NB: of je de grens zo scherp moet leggen is overigens de vraag. Inhoudelijk gezien is het immers aan te raden om sowieso naar inkomensdalingen te kijken die zich binnen afzienbare tijd aandienen (of dat nu 10, 12 of 15 jaar is!).

  • De hoofdregel is dat de klant de huidige hypotheeklasten ook kan dragen na ingang van zijn pensioen. Als het huidige inkomen op de pensioendatum onvoldoende is, dan worden extra aflossingen overeengekomen, zodat de lagere hypotheeklasten op de pensioendatum uit het pensioeninkomen kunnen worden voldaan.

  • Onderstaande berekening is alleen ter illustratie. Bij andere inkomens, rentepercentages en rentevaste periodes komen andere bedragen uit de berekening. Wat blijft is dat je veel minder kunt lenen, dan wanneer de bank niet naar dat toekomstige pensioen kijkt. Overigens is dit geen berekening die de gemiddelde consument zelf kan uitvoeren.

    • Het huidige bruto inkomen bedraagt € 60.000.

    • Iemand van 57 jaar kan dan, uitgaande van een toets- en contractrente van 1,6%, maximaal € 307.196,00 lenen (financieringslastentabel 2019 geeft bij een inkomen ad € 60.000,00 een maximaal financieringslastenpercentage ad 21,5% = maximale financieringslast € 1.075,00 per maand).

    • Stel echter: je gaat over 10 jaar met pensioen. Het inkomen zakt dan naar € 40.000,00. Maximaal financieringslastenpercentage (uitgaande van AOW leeftijd) volgens tabel 2019 bedraagt dan 24% = maximale financieringslast € 800,00 per maand. Hierbij hoort bij 1,35% (toets- en contractrente) een maximum hypotheek van € 257.777,00.

    • Door de eerste 10 jaar € 49.419,00 extra af te lossen kan dit bedrag omhoog naar € 307.196,00.

  • Kortom, omdat de bank ook kijkt naar het inkomen na pensionering kun je € 49.419,00 (€ 307.196,00 - € 257.777,00) minder lenen.

  • Met ingang van 1 januari 2017 kan ook lijfrente als pensioeninkomen worden meegenomen. Hier zijn wel voorwaarden aan verbonden. Op basis van een aantal rekenregels kan de geldverstrekker zelf de te verwachten lijfrente-uitkering berekenen. Ook volstaat een opgave van de betreffende verzekeraar.

  • Ook wordt bij acceptatie rekening gehouden met een rekenrente die gebaseerd is op een actueel gemiddelde van een tien jaar rentevast periode.

  • Bij hypotheken zonder hypotheekgarantie houden de meeste aanbieders overigens wel rekening met een lijfrenteverzekering.

  • Het merendeel van de banken houdt bij het bepalen van het bedrag dat je maximaal mag lenen ook rekening met een rekenrente van 1,5% over het vrije vermogen. Stel het vrije vermogen bedraagt € 100.000,00. Het toets inkomen ligt dan € 1.500,00 hoger dan wanneer geen rekening met dit vermogen was gehouden. Door de € 1.500,00 bijtelling kan een AOW-gerechtigde met een inkomen van € 40.000,00 bij een hypotheekrente van 1,6% geen € 233.183,00, maar € 242.042,00 lenen. Dat is € 8.859,00 meer.

  • Voordelen:

    1. Minder vermogensrendementsheffing

    2. Vanaf 2019, voor de WOZ-waarde, een beperkte bijtelling

    3. Vermogen in huis telt niet mee bij vermogenstoets indien zorg nodig is (NB: zodra jij je huis verlaat, verandert dit in principe)

    4. Opzeggen (levens)verzekering die gekoppeld is aan je huis

    5. Last but not least, je hebt wel hypotheek aftrek maar het merendeel (bij afgerond 41% belasting tarief) betaal je nog altijd zelf uit eigen zak

    Nadelen:

    1. Je mist de rente van je spaarrekening (maar is toch al niet veel meer).

    2. Vermogen zit daarna vast in jouw woning; op het moment dat je het toch weer nodig zou hebben (bijv. jij zou een schenking aan jouw kinderen willen doen), is het vrijwel niet mogelijk om het weer in cash beschikbaar te krijgen zonder jouw woning te verkopen

  • Tip: wellicht is het profijtelijk om een deel van jouw spaargeld te gebruiken om de aflossingsvrije hypotheek mee te verlagen; een deel op de spaarrekening laten staan lijkt echter (zeer) verstandig.